Door: Ria Poulsen
Wist je dat Spanje na Italië het best vertegenwoordigd is op de Werelderfgoedlijst van UNESCO? Een deel van deze werelderfgoederen bevinden zich in Catalonië. O.a. de werken van Antoni Gaudí. Maar er zijn nog veel meer parels in deze regio in Oost-Spanje, die voor velen nog onbekend zijn. Op deze pagina vertel ik welke dit zijn.
De bekendste Werelderfgoederen in Catalonië zijn zeven indrukwekkende modernistische bouwwerken in en nabij Barcelona van de Spaanse architect Antoni Gaudí:
Deze bouwwerken laten Gaudí’s creatieve bijdrage zien aan de ontwikkeling van de architectuur en bouwtechniek in de laat negentiende en vroeg twintigste eeuw, de bloeiperiode van het modernisme in Catalonië.
Twee andere Werelderfgoederen in Catalonië bevinden zich eveneens in de stad Barcelona.
Ik heb het over het Palau de la Música Catalana (=Paleis van de Catalaanse muziek) en het Hospital de Sant Pau (=Sant Pau Ziekenhuis).
Deze gebouwen zijn twee van de mooiste bijdragen aan Barcelona's architectuur. Zij zijn ontworpen door de Catalaanse art nouveau architect Lluís Domènech i Montaner, die zijn hoogtepunt had aan het begin van de twintigste eeuw.
Het derde Werelderfgoed in Catalonië dateert uit de Romeinse tijd en is te vinden in de stad Tarragona. In de Romeinse tijd was deze stad, - die toen Tarraco heette -, de hoofdstad van de provincie Hispania Tarraconensis. Die toen een groot deel van het huidige Spanje omvatte.
Het was een grote handelsstad en had een voorname administratieve functie in de enorme Romeinse provincie. Later werd Tarraco vaak als modelstad gebruikt bij het bouwen van andere Romeinse steden.
In het huidige Tarragona zijn nog prachtige overblijfselen uit de Romeinse tijd te bewonderen, die een levendig beeld geven van hoe groot en belangrijk de Romeinse stad Tarraco is geweest: het amfitheater, het oude Romeinse circus, het Romeinse aquaduct, delen van de Romeinse stadsmuur en ruïnes van de oude Romeinse stad Tarraco.
Het volgende Werelderfgoed van Catalonië bevindt zich in de gemeente Vimbodí (provincie Tarragona) en is het klooster van Poblet (in het Catelaans: Reial Monestir de Santa Maria de Poblet of Monestir de Poblet).
Dit klooster is een Cisterciënzer klooster dat in 1151 is opgericht door Franse Cisterciënzer monniken. Het is een van de grootste en meest complete Cisterciënzer kloosters in Spanje, dat een veelvoud aan gebruiksdoelen heeft gehad.
Het klooster van Poblet heeft namelijk gediend als een enorm militair complex, koninklijk paleis, residentie én pantheon (van de koningen van Catalonië en Aragon).
Het klooster is tegenwoordig nog steeds in gebruik en wordt bewoond door circa 50 monniken.
Een heel ander soort werelderfgoed in Catalonië zijn de Romaanse kerken in de Vall de Boí, een smalle vallei in het Alta Ribagorca gebied in de hoge Pyreneeën (provincie Lérida) die wordt omringd door steile bergen.
In deze vallei in de Spaanse Pyreneeën bevinden zich verschillende dorpen die allemaal een Romaanse kerk hebben. En die prachtige zuivere voorbeelden zijn van Romaanse kunst in een vrijwel ongerepte landelijke omgeving.
De Romaanse kerken in de Boí vallei weerspiegelen belangrijke ontwikkelingen in de Romaanse kunst en architectuur. En laten zien dat er een diepgaande culturele uitwisseling in heel middeleeuws Europa, -en in het bijzonder in het gebied van de Pyreneeën-, heeft plaatsgevonden.
Het laatste werelderfgoed in Catalonië bevindt zich tenslotte in Frankrijk én Spanje.
Ik heb het over de Pyreneëen, die op de grens van Frankrijk en Spanje liggen. En dan meer specifiek over de Mont Perdu berg.
De Pyreneeën zijn namelijk gecentreerd rondom de top van de Mont Perdu, een kalkhoudend bergmassief met een hoogte van 3.352 meter. En de dorpen, boerderijen, velden en bergwegen in de omgeving van de Perdu berg laten zien hoe de vroegere Europese samenleving er uit heeft gezien.
Het landschap weerspiegelt namelijk een agrarische manier van leven. Die vroeger wijdverspreid was in de Europese berggebieden, maar die nu alleen nog maar voorkomt in de Franse en Spaanse Pyreneeën.
Aan de Spaanse kant van de Perdu berg bevinden zich overigens ook twee van de grootste en diepste ravijnen van Europa.
Daarnaast staan er ook een paar evenementen in Catalonië op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Een ervan is de Patum van Berga: een volksfeest in het Middeleeuwse plaatsje Berga in het binnenland van Catalonië, dat rond rond Corpus Christi gehouden wordt.
Tijdens dit dorpsfeest, -dat zijn oorsprong heeft in de Middeleeuwen, toen tijdens Corpus Christi processies intermezzo’s gespeeld werden met heidense verhalen over monsters, draken en meer-, maken een week lang reuzen, vuurspuwende draken en monsters de straten van Berga onveilig.
Op veel plaatsen in Catalonië werden vroeger dergelijke religieus-heidense volksfeesten gevierd. Maar in de loop der tijd zijn zij verboden. Tegenwoordig zijn er wel nog reuzen en adelaars tijdens andere feesten in Catalonië te zien (bijvoorbeeld tijdens het Santa Eulalia feest in Barcelona). Maar alleen Berga heeft het volksfeest weten te behouden. Daarom is de Patum van Berga in 2005 tot Werelderfgoed verklaard.
Een andere cultureel Werelderfgoed in Catalonië zijn de Castells (=kastelen) die op talrijke plaatsen in Catalonië gebouwd worden: menselijke piramides, waarbij mensen een toren bouwen door boven op elkaar te gaan staan. De castells zijn meestal vier tot acht niveaus hoog. Maar in 1998 werd in de plaats Vilafranca voor de eerste keer tien niveaus
De traditie van het bouwen van menselijke torens is al meer dan 200 jaar oud. En is rond het einde van de achttiende eeuw ontstaan in de Catalaanse stad Valls.
Tijdens Franco heeft het bouwen van menselijke torens op een laag pitje gestaan (was toen niet toegestaan), maar daarna is het bouwen van castells weer langzamerhand weer teruggekeerd in Catalonië.
Tegenwoordig vormt het bouwen van een Castells een vast onderdeel van vele feesten in Catalonië. En heeft iedere grotere gemeente zijn eigen colla (=ploeg), die het hele jaar door hard traint.
In Tarragona wordt er zelfs ieder jaar in november een festival gehouden, waarbij ploegen tegen elkaar strijden.